Fileparkeren

ONDERSTEUNING PRAKTIJK

Fileparkeren

Voorwaarts rechts

  • Scan ruim van te voren de straat af en zoek een open plek van minimaal 3 parkeervakken.
  • Kijk ruim van te voren in je binnenspiegel - naar voren – rechter buitenspiegel - rechter dode hoek.
  • Zet je richting aan naar rechts.
  • Verminder je snelheid naar ca. 20 km/h.
  • Stuur vervolgens richting de geparkeerde auto en hou een
  • spiegelbreedte afstand tussen jouw buitenspiegel en de buitenspiegel van de geparkeerde auto.

01
Zet jouw auto stil - met de rechter buitenspiegel ter hoogte van de buitenspiegel van het geparkeerde voertuig of ter hoogte van het begin van de motorkap van het geparkeerde auto.

02
Rol langzaam vooruit en stuur alles in wanneer de voorkant van het geparkeerde voertuig ter hoogte is van de middenstijl van jouw auto.

03
Wanneer de stoeprand vlak voor de speaker links op het dashboard is,
stuur je stapsgewijs terug naar links.

04
Stop wanneer er tussen jou en het geparkeerde voertuig nog minimaal
1 auto kan parkeren.

Rij vervolgens weer weg zoals je geleerd hebt. Binnenspiegel, buitenspiegel schouder en richting aan. Voordat je daadwerkelijk naar links stuurt kijk je nog buitenspiegel schouder.

Achterwaarts rechts

  • Scan ruim van te voren de straat af en zoek een open plek van minimaal 1 parkeervak.
  • Kijk ruim van te voren in je binnenspiegel - naar voren – rechter buitenspiegel - rechter dode hoek.
  • Zet je richting aan naar rechts.
  • Verminder je snelheid naar ca. 20 km/h.
  • Stuur vervolgens richting de geparkeerde auto en hou een
  • spiegelbreedte afstand tussen jouw buitenspiegel en de buitenspiegel van de geparkeerde auto.
01
Zet jouw auto stil - met de rechter buitenspiegel ter hoogte van het begin van de motorkap van het geparkeerde auto.

02
Rol langzaam achteruit en stuur alles in wanneer de rugleuning van de achterbank ter hoogte is van de achterkant van het geparkeerde voertuig.

03
Wanneer jouw rechter buitenspiegel ter hoogte is van de achterkant van het geparkeerde voertuig stuur je terug. De snelheid van sturen hangt af of jouw voertuig ver of dichtbij de stoep is.

Ben je nog ver van de stoep (zie rechter buitenspiegel) dan stuur je langzaam. Ben je dichtbij de stoep dan stuur je snel.

04
Stop wanneer de auto recht langs de stoep staat. Wielen NIET terugdraaien, want je moet er zo weer uit kunnen rijden.

05
Rij vervolgens weer weg zoals je geleerd hebt. Binnenspiegel, buitenspiegel schouder en richting aan. Voordat je daadwerkelijk naar links stuurt kijk je nog buitenspiegel schouder.
 
Deze parkeeropdracht voer je alleen uit :

   Op plaatsen waar je mag parkeren (dus  ook niet voor verlaagde stoepranden)
    Op plaatsen waar je geen last hebt van obstakels langs de weg of drempels

Heb je vragen ?

Stel ze ons gerust.
Share by: