Zet de auto stil aan de rechterkant van de weg, zoals je geleerd hebt.
Zet de auto ca. 15 cm van de stoeprand.
Kijk voordat je gaat rollen goed rond de auto en in je spiegels.
Zodra je rolt, stuur je alles snel naar links.
Kijk terwijl je rolt goed rondom de auto.
Wanneer de wielen van de auto ca. 30 cm van de stoep rand zijn, stuur je rustig naar rechts.
Tik met je voorbanden zachtjes de stoeprand aan.
02
Zet de auto in zijn achteruit.
Kijk voordat je gaat rollen weer goed in binnenspiegel en rondom de auto.
Zodra je rolt stuur je de rest naar rechts.
Kijk terwijl je achteruit rolt in je binnenspiegel en goed rondom de auto.
Wanneer de auto haaks op de weg staat, stuur je rustig naar links.
Tik met je achterwielen zachtjes de stoep aan.
03
Kijk voordat je gaat rollen weer goed rondom de auto.
Zodra je rolt stuur je alles naar links.
Kijk terwijl je rolt goed rondom de auto.
Neem de juiste plaats op de weg in en rij weg.
Deze keeropdracht voer je alleen uit:
In rustige straten In brede straten In straten met stoepranden (dus geen verlaagde stoepranden) In straten waar geen obstakels dicht bij de stoeprand staan (zoals kliko;s, bomen etc.)