Bij de stopopdracht is het de bedoeling dat je de auto even stil zet achter een geparkeerd voertuig om bijvoorbeeld iemand uit te laten stappen.
- Scan ruim van tevoren de straat af om een plekje te zoeken.
- Kijk binnenspiegel – buitenspiegel – schouder
- Richting aan naar rechts
- Schakel de auto terug naar de 2e versnelling
- Kijk nogmaals buitenspiegel – schouder
- Stuur de auto rustig richting stoeprand
- Stop achter het geparkeerde voertuig met zo’n afstand dat je direct weer weg kunt rijden.
- Rijdt weg zoals je geleerd hebt.