Voertuigcontrole buiten

VOERTUIGCONTROLE BUITEN DE AUTO

Onder de motorkap

  1. Koelvloeistof
  2. Ruitenwisservloeistof
  3. Olie bijvullen
  4. Olie peilen
  5. Remvloeistof
  6. Accu
  7. Luchtfilter
  8. Zekeringen

Banden

  1. Bandenspanning dient eens per maand gecontroleerd te worden.
  2. Controle 5 banden (inclusief reserveband)
  3. Er dient altijd een ventieldopje aanwezig te zijn tegen vuil, anders kan het ventiel gaan lekken.
  4. Bandenspanning kun je terugvinden aan de binnenkant van de deur of in het onderhoudsboekje.
  5. Profieldiepte zomerbanden moet min. 1,6 mm zijn – hoe meer profiel hoe beter
  6. Profieldiepte winterbanden moet min. 4 mm zijn.
  7. Profiel is voor het afvoeren van water ter voorkoming van aquaplaning
  8. Banden moeten onbeschadigd zijn en de slijtage dient gelijkmatig te zijn
  9. Brandstofverbruik is hoger bij zachte banden
  10. Te harde band kan gaan stuiteren

Heb je vragen ?

Stel ze ons gerust.
Share by: